De digitale euro kan een oplossing zijn om het bankensysteem stabieler te maken, maar aan deze nieuwe munt kleeft angst en twijfel.

Foto: peshkov/ BigStock Photo
Door: Geert Douwe de Vries
Theatermakers, economen en politici maken zich zorgen over de stabiliteit van de bankenwereld na het vallen van twee grote buitenlandse banken. Een nieuwe digitale euro kan als anker dienen om de Europese banken stabieler te maken. Deze Central Bank Digital Currency (CBDC) is daarom extra relevant. Deze “munt in ontwikkeling” leverde al een toneelstuk, een economisch debat en Kamervragen op.
In de foyer van het theater Sneek hangt een gekke sfeer. Bij de aanwezigen in de zaal, met zijn flamboyante roodgele muren, is te merken dat een besef is ingedaald. Met een drankje in de hand kijken vrienden en familie elkaar aan. “Is ons geld echt niet van ons?”, vraagt een man in blauwgeruite blouse aan zijn vriend. Na het zien van de voorstelling Door de bank genomen van de Verleiders is bij de vrienden nog veel informatie te verwerken. Zoals de titel al doet vermoeden zijn de Verleiders niet blij met de banken. De eindmonoloog van het toneelstuk komt steeds in de gesprekken tussen de theaterbezoekers terug. Adam Kissequel sprak in de rol van Jezus Christus het volk toe met de woorden: “Jullie hebben nu de kans de macht weer te grijpen. Verenig uzelf en doe iets.” De man in de blauwgeruite blouse vraagt zich hardop af: “Maar wat dan?” De Verleiders weten het wel: een anonieme digi-euro.
Na het vallen van grote banken in Amerika en Zwitserland de afgelopen maand, blijkt opnieuw dat het wereldwijde bankensysteem wankel is. De vergelijkingen met de crisis in 2008 zijn niet uit de media en de gesprekken in de foyer weg te denken. Om spaarders tot rust te manen heeft president Biden aan de Amerikanen beloofd dat al hun spaargeld veilig is, niet alleen de eerste $100.000 zoals eerder was afgesproken. De overheid is het vangnet, net als toen. Weer worden de banken van het noodlot behoed met belastinggeld.
De overzeese bankencrash heeft de discussie aangewakkerd over een hervorming van het Europese geldstelsel. Wat kan er anders? En hoe dan? Theatermakers, economen en politici zijn het eens dat het omvallen van banken niet de bedoeling is, maar wat daar aan gedaan moet worden blijkt ingewikkelder. “We hebben nu ankers nodig”, betoogt Arnoud Boot, hoogleraar financiële markten aan de universiteit van Amsterdam. “We moeten echt wat anders gaan bedenken, want we hebben wel een erg raar systeem nu.”
Het hoofdanker dat Boot uitwerpt is een digitale Euro op de rekening van de Europese Centrale Bank (ECB) in plaats van bij de commerciële banken. Een idee waar op het hoofdkantoor van de centrale bank in Frankfurt al hard aan gesleuteld wordt. Het voorstel gaat ons allemaal aan, maar is uitermate ingewikkeld. Schrijver van Door de bank genomen George van Houts vat het goed samen: “Het hangt van dilemma’s aan elkaar.”
Het systeem nu
“Maar we hebben toch al digitaal geld?”, luidt de beginvraag van het toneelstuk. Wat gaat die digi-euro dan veranderen? Het verschil is dat zo’n digi-euro op de rekening van de centrale bank zal komen te staan, dus niet bij een commerciële partij. Tegenwoordig staat al het digitale geld op de rekening van banken zoals de Rabobank, ABN Amro of ING. De commerciële banken beloven goed op dat geld te letten en dat het altijd op te halen is. Je kan ermee betalen in de winkel of ophalen en wisselen voor briefjes bij de geldautomaat. Over het algemeen werkt dat systeem goed. Totdat te veel mensen gaan pinnen. De bank heeft al dat geld namelijk niet meteen liggen. Ongeveer 10% van het geld is direct beschikbaar, de rest is uitgeleend of geïnvesteerd. “Een bank trekt voor de korte termijn geld aan en zet het voor de lange termijn weg”, legt Boot uit.
Waar gaat het mis?
Het systeem komt in de problemen als te veel mensen geld van hun bank halen. Dan komen ze erachter dat er niet genoeg geld is voor iedereen. De eerste vragers hebben geluk en kunnen hun geld eraf halen, maar de rest heeft pech en moet wachten. Dit staat bekend als een bankstormloop of bankrun. Als dit gebeurt bij een bank, zoals bij Silicon Valley Bank in de Verenigde Staten afgelopen maand, is de kans daarna sterk vergroot dat die bank ook failliet gaat. Het kan in dat geval zo zijn dat het geld er nooit meer af te halen is. Dan zijn de laatsten hun geld kwijt. Kortom, paniek. Een race om je geld zo snel mogelijk van de bank te krijgen, een race voor de eerste reddingsboten. Paniek bij één bank betekent paniek bij een andere, want mensen zien het misgaan en denken, misschien moet ik ook maar eens mijn geld ophalen. En zo zinkt het systeem als de Titanic naar de bodem.
Om dat te voorkomen wordt naar de overheid gekeken om het schip te redden. “Zelfs de vrijemarktdenkers in Silicon Valley keken met hun handen gevouwen naar de overheid toen het misging”, zegt Anat Admati professor economie aan de Stanford universiteit in Silicon Valley. In de Verenigde Staten beloofde de landelijke overheid daarom dat al het spaargeld veilig is. De overheid staat garant en dat gaat om enorme bedragen. Maar: “We zitten in bankenstress, niet in bankencrisis”, stelt Marc Roovers directeur financiële stabiliteit bij De Nederlandsche Bank (DNB) gerust. “In de Europese Unie is het veel beter gesteld met het toezicht”, legt hij uit. In Amerika heeft het toezicht wel flink tekort geschoten, geeft hij toe.
Boot is het niet helemaal eens met de inschattingen van Roovers. Hij stelt dat in Europa en wereldwijd het risico op een bankstormloop veel groter is geworden mede door de informatietechnologie. Op het internet verspreidt een gerucht zich snel en dat kan mensen ertoe zetten hun geld van de bank te halen, waardoor een overreactie kan ontstaan, “zoals we bij Credit Suisse zagen”. Deze Zwitserse bank was het volgende slachtoffer van een bankrun nadat de Amerikaanse Silicon Valley Bank viel. Daarmee is de urgentie voor een hervorming des te groter, aldus Boot. “We hebben toch gezien dat het bankwezen fragiel is.” Daarnaast is geld van de bankrekening afhalen steeds makkelijker geworden door het gebruik van apps en het internetbankieren. “Alles kan in één keer van de bank worden gehaald en zo beweegt geld met iedere hype mee.” Hij is dus ook niet verbaast dat de Amerikaanse overheid zo snel heeft gereageerd met zulke enorme beloftes. Ze konden niet anders.
Hoe kan het anders?
Boot beklaagt zich al jaren over dit systeem: “Ze zijn allemaal maar bezig met het herschikken van de stoelen op de Titanic, terwijl ik er juist voor probeer te zorgen dat de Titanic blijft drijven.” Hij stelt daarom voor een nieuwe vorm van geld in te voeren: een digitale euro op de rekening van de centrale bank. Een zogenaamde Central Bank Digital Currency (CBDC). In tegenstelling tot een rekening bij commerciële banken, houdt de publieke bank dit digitale geld alleen maar in beheer. Net als contant geld is de waarde altijd gegarandeerd door die centrale bank. Het is te allen tijde inwisselbaar voor munt- of papiergeld. Er is dus geen risico meer op een bankstormloop, aangezien de centrale bank zelf contant geld maakt, kan het altijd geld bijmaken om aan de vraag te voldoen.
Dilemma’s
Voordat dit plan uitgevoerd kan worden, moeten een aantal ijsbergen uit de weg worden geruimd. De eerste horde is het dilemma rondom privacy en toezicht. Wordt de digi-euro anoniem, waarmee het een mogelijk dat er criminele praktijken mee worden gedaan? Of houd je streng toezicht waardoor de betalingen inzichtelijk blijven, maar met het risico dat mensen het niet gaan gebruiken, omdat ze het gevoel hebben bekeken te worden.
Een ander dilemma is de programmeerbaarheid van digi-euro. Omdat de munt digitaal is, kan die zo gemaakt worden dat wel aan groene energie uit te geven is, maar niet naar fossiele brandstof bijvoorbeeld. Hetzelfde geldt voor beloningen die kunnen worden gegeven aan goed gedrag door bij goede bestedingen een aantal digi-euro’s beschikbaar te stellen en die bij slecht gedrag deze weer weg te halen. Dit soort Chinese praktijken schieten ook door het hoofd van theatermaker George van Houts: “Dat zou een soort dystopische werkelijkheid zijn.”
Van Houts heeft deze zorg tot in het extreme getrokken in de voorstelling van de Verleiders. “Absurde comedy”, zegt hij lachend. Acteur Pierre Bokma speelt daarin een oude man die de digitalisering niet helemaal kan bijbenen. Jan achter een bureautje op rollertjes, met bruinig vestje en een te klein brilletje doet zijn best zijn computerscherm te lezen. Zijn dochter (Linde van den Heuvel) staat hem bij. Tot zover het nu.
Met elke scène neemt het stuk een tijdsprong en wordt de sfeer benauwder met een steeds strengere controle van de toezichthouder van de overheid, gespeeld door Victor Löw. Hij komt de dochter ‘bewustmaken’ van haar uitgaven. Hij kan precies zien waar zij haar en Jans geld aan uitgeeft. Met steeds verdergaande eisen komt de man van de staat elke scène terug.
In de eindscène krijgt Jan de optie tot euthanasie voorgeschoteld. Hij zou een ‘tevelene’ zijn. Hij kost de staat geld en dus is het beter dat hij het leven laat. Dochter gaat daarop in verzet. De staatsman schotelt haar een keuze voor. Of Jan neemt euthanasie en ze heeft recht op 10000 digi-euro’s of ze blijft bij haar standpunt en verliest al haar opgespaarde munten. Dan grijpt Jezus (Adam Kissequel) in.
“Wat is dit voor bangmakerij?”, zegt hij. “Wie heeft dit geschreven?”
Jan, dochter en staatsman wijzen naar de linkerkant van het podium.
George van Houts komt schoorvoetend op: “Het is een reële mogelijkheid en ik wou de mensen laten zien wat er zou gebeuren als we dit zijn gang lieten gaan.”
Jezus vervolgt zijn speech: “Jullie spelen zo de commerciële banken in de kaart.”
Daarmee doelt Jezus op de terughoudendheid van de banken wat betreft de digitale euro. Die zien liever niet het geld van hun betaalrekeningen verdwijnen. Ze zullen, in dat geval, naar een andere manier moeten zoeken om geld aan te trekken dat ze vervolgens kunnen uitlenen. Wim Boonstra van het onderzoeksteam van de Rabobank stelt in een brief in 2021 dat de CBDC zelfs kan leiden tot duurdere leningen voor iedereen. Bovendien verwacht hij dat commerciële banken meer risico lopen als ze geen toegang hebben tot dat spaargeld.
Econoom Arnoud Boot erkent die laatste zorg. “Op korte termijn kan de invoering zonder enige waarschuwing instabiliteit creëren, omdat iedereen dan het geld ineens van de commerciële banken naar de centrale bank gaat brengen, waardoor die banken leegstromen.” Dat zou kunnen worden opgevangen door regels te maken over die uitstroom en die zo nodig af te remmen, stelt Boonstra voor. Hoewel de banken liever niet dit ‘makkelijke geld’ verliezen, ziet Boot vooral voordelen. “Dan kunnen banken weer bezig met waar ze voor gemaakt zijn: ondernemen.” Hij voorziet dat het de banken weer zal doen opbloeien. Ze hoeven namelijk niet meer zo “dichtgereguleerd” te worden. Als het risico op het instorten van het bankensysteem weg is, kunnen ze weer in vrijheid ondernemen, zo stelt hij.
De twee mannen in de foyer hebben hun drankje bijna op. Dezelfde vraag vliegt als een mug van hoofd naar hoofd door het Sneker theater: “Wat kunnen wij er nou aan doen?” De Verleiders zeggen: teken vooral onze petitie. Of dat iets uithaalt is nog maar de vraag. De uitvoering van de CBDC is niet in handen van de politiek in Den Haag of Brussel, maar in die van de Europese Centrale Bank in Frankfurt. De mannen drinken met die gedachte hun glas leeg, lopen naar de garderobe, pakken hun jas en laten het denkwerk voorlopig maar over aan die ambtenaren over de grens.
Het bestuur van de ECB heeft al gezegd dat de digi-euro niet programmeerbaar zal zijn. Dat er geen limiet komt op waar, wanneer en aan wie de digitale euro kan worden uitgegeven. Het zal dus hetzelfde werken als contant geld, is de bedoeling. De ECB stelt ook voor dat de munt niet gekoppeld zal worden aan de identiteit van de eigenaar. Wel wordt er gekeken naar hoe voorkomen kan worden dat criminelen gaan witwassen met de digi-euro. De conclusies van dit vooronderzoek worden verwacht in oktober 2023.