Een eenzame bouwvakker drentelt over een rommelig stuk land. Rechts, een snelweg. Links, een kanaal. Uit zijn portofoon klinkt een stem. De man pist tegen een container aan en steekt dan een sigaret op. Hij stapt op een kleine oranje zandschuiver en rijdt weg.
Het grootste en drukste verkeersknooppunt van Noord-Nederland zit potdicht: het Julianaplein in Groningen wordt volledig verbouwd. Over twee jaar moeten files rondom het knooppunt verleden tijd zijn, maar dat is nu nog even niet het geval. Sinds een maand wordt gebouwd aan een tijdelijk kruispunt. Om de paar weken wordt hiervoor een andere hoofdverbinding volledig afgesloten. Twee maanden lang moet het verkeer dat vanuit Drenthe, Friesland of Duitsland richting Groningen komt, zich door te smalle stadswegen persen.
De overlast trekt als een karavaan door Groningen. Elke paar weken is een ander stadsdeel de klos. Woonwijken zijn het toneel van ellenlange files. Stadsbussen staan vast en komen te laat, of soms helemaal niet. Vrachtverkeer wurmt zich onder gevaarlijk lage bruggen door. Automobilisten pakken noodgedwongen de fiets. Carpoolmaatjes kunnen niet meer met elkaar meerijden.
Maar op donderdagmiddag om 1 uur is daar bij de bron van alle misère weinig van te merken. Het is rustig op knooppunt Julianaplein. Het is één van de eerste lentedagen, de zon schijnt. Af en toe rijdt een auto over oude stroken asfalt die half zijn weggebikt. Pilonnen, tijdelijke wegmarkeringen en rood-witte blokken markeren een wirwar aan noodoplossingen. Te voet en te fiets is vrijwel het hele gebied doorkruisbaar.
Naast een geïmproviseerde bushalte staat verkeersregelaar Jan Jaap met zijn armen gespreid de voorjaarszon in zich op te nemen. “Zo af en toe is het hier ontzettend druk”, zegt hij. In de buurt staan middelbare scholen die ’s ochtends en ’s middags scholieren over het kruispunt uitstorten. De rest van de dag is het betrekkelijk rustig. Aan de overkant van het naastgelegen Hoendiep ligt een basisschool. Het vrolijke gejoel van het spelende kinderen waait over het water.
“Daar wordt de aansluiting naar Hoogezand gemaakt”, zegt Jan Jaap, wijzend op grote bulten zand waar traag een laadwagen overheen tuft. Wat verderop zwiert een graafmachine zijn lege grijper door de lucht. De andere kant op wijzend: “En over anderhalve week moet over die tijdelijke brug asfalt liggen.” Over krap twee maanden staan de auto’s hier vier rijen dik naast elkaar.
Van de noodvaart waarmee de werkzaamheden worden uitgevoerd, is nu weinig te merken. Groepjes werkers staan vrolijk te kletsen bij de keet. Een bouwvakker op een kleine oranje zandschuiver wil bij de bushalte oversteken. Zonder morren houdt Jan Jaap een passerende fietser tegen. “De gemiddelde verkeersregelaar vindt een kruispunt veel leuker. Zeg maar om als stoplicht op te treden,” zegt hij. Jan Jaap houdt zelf meer van overzichtelijke situaties, zoals deze.
Buurtbewoonster Annemarie loopt langs. Ze is blij dat het knooppunt weer enigszins begaanbaar is. Toen laatst het tunneltje onder het Hoendiep was afgesloten, kon ze met haar labradoodle Sinne -“Dat is Fries voor zon”- alleen terecht in het Sterrebos, aan de andere kant van het Julianaplein. Nu wandelt ze vrijwel elke dag langs het kanaal, waar boten van roeivereniging Gyas soepel door het water glijden. In de verte roept een coach iets door een megafoon.
Naast het kruispunt is een uitkijktoren neergezet om het schouwspel goed te kunnen overzien. Onder Hollandse luchten dansen felgekleurde wagens en mannetjes in fluoriserende jasjes over stoffige vlaktes. Achter de bouwput doemt ‘Het Cruiseschip’ op, het futuristische hoofdkantoor van de Dienst Uitvoering Onderwijs, de DUO. Vanuit de diepte klinkt het geruststellende gebrom van een waterpomp.
Aan de voet van de toren staat het informatiecentrum ‘Paviljoen Ring Zuid’. In een paar aaneengeschakelde containers verbeelden een maquette, archeologische vondsten en informatieschermen het heden, verleden en toekomst van het kruispunt. In de hoek van de ruimte staan twee vaalgrijze autostoelen, waar je met een VR-bril op alvast een ritje over de nieuwe weg kan maken.
“Die doen het vandaag niet,” zegt student Laurens over de brillen. Eén dag in de week werkt hij in het paviljoen om tekst en uitleg te geven bij de expositie. Soms maakt hij met groepjes geïnteresseerden fietstours over de bouwplaats. Het informatiecentrum voorziet volgens hem in een behoefte. “Mensen vinden het fijn om een fysieke plek te hebben om langs te komen, hun hart te luchten of gewoon een vraag te stellen.”
Op ernstige toon vertelt hij in detail hoe de komende weken de verkeersstromen zullen lopen. Zijn indruk is dat de meeste mensen zich makkelijk aanpassen aan de steeds wisselende situatie. Maar tussen 6 en 9 mei belooft het spannend te worden: dan is het hele Julianaplein afgesloten. “Dat wordt een chaosweekend. Waarschijnlijk kom je amper door de stad.”