Door Deborah Fidder en Ilse Eshuis
“Hoofd boven water houden” is hoe de Groningse biologiestudente Jade Hartkamp (20) haar financiële situatie omschrijft. Door de stijgende inflatie zijn boodschappen duurder geworden en moet menig student op zijn uitgaven letten. “Het voelt alsof ik gefaald heb, het lukte me voor de inflatie om te sparen, maar nu moet ik leven van een krap budget.”
Bron: Nibud studentenonderzoek juni 2021
Studenten hebben het niet makkelijk: torenhoge huurprijzen, energiekosten die omhoogschieten en enorme inflatie, waardoor de kosten voor boodschappen ook nog duurder worden. De maandelijkse kosten van een student bedroegen voor de inflatie 1031 euro volgens het Nibud, terwijl de maximale lening nog steeds 957,33 euro bedraagt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelt dat de inflatie in mei dit jaar 10,2 procent bedroeg, wat inhoudt dat studenten maandelijks bijna honderd euro tekort komen als je ouders niet willen of kunnen bijspringen. De Rijksuniversiteit Groningen geeft aan dat studenten gemiddeld 40 uur per week aan hun studie zouden moeten besteden. Op deze manier houden studenten nauwelijks tijd over voor een bijbaan, terwijl ze eigenlijk niet meer zonder kunnen.
Studenten moesten altijd al op hun uitgaven letten, maar nu wordt het nog lastiger. “De inkomenspositie van de student gaat al jaren achteruit, maar door de stijgende inflatie komt er nog een grote klap bij,” vertelt Terri van der Velden (23), voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Behalve de inflatie is er al veel te doen geweest over de herinvoering van de basisbeurs, die met 255 euro per maand voor uitwonende studenten veel te laag zou zijn voor basaal levensonderhoud. Dit is meestal niet genoeg om de huur van een kamer mee te betalen. Ook zijn de inkomens van bijbaantjes vaak niet meegestegen met de prijzen.
Jade werkt bij café Zondag in het Noorderplantsoen en vertelt dat ze expres dagdiensten werkt, zodat ze op werk kan lunchen en avondeten. Op die manier bespaart ze geld: “Ik maak bewuste keuzes om rond te komen, ik heb bijvoorbeeld een weekbudget voor boodschappen.”
Ook de Groningse geschiedenisstudente Elbrich de Jong (23) heeft last van de stijgende inflatie: “In de supermarkt is het een tranendal. Ik merk dat ik nu al snel twintig euro betaal voor alleen avondeten en ontbijt. Ik moet veel meer letten op wat ik koop.” Volgens Elbrich verdampt het geld waar je bij staat. “Dingen als wasmiddel, shampoo, schoonmaakmiddel zijn chill om te hebben, maar ik stel het nu uit om ze te kopen omdat ze te duur zijn geworden.” Voor haar stegen de kosten zo erg, dat ze een bijbaantje moest nemen. “De huur steeg met vijftig euro. Ik vind het prima om een bijbaan te hebben, maar ik doe het vooral om de hoge kosten te dekken.” Met haar baantje komt ze nu nog steeds moeilijk rond, omdat ze nog schulden moet afbetalen.
Volgens Van der Velden is het hebben van een bijbaan naast een volle studie niet haalbaar, maar gebeurt het in de praktijk wel. “Niet iedere student studeert die volledige 40 uur per week, maar er zijn heel veel studenten die dat wel doen. Daarnaast wil je ook tijd maken voor extracurriculaire activiteiten, sporten en leuke dingen. Het wordt dan wel echt veel om er nog 16 uur bij te werken.” Elbrich werkt gemiddeld 16 uur in de week bij het Douwe Egberts Café, soms wel meer. Ze geeft dan ook aan minder plannen te maken of tijd te maken voor leuke dingen: “Ik maakte altijd heel veel plannen, maar dat is nu echt niet meer reëel.”
Student Liberal Arts and Sciences Piter Faber (19) doet naast zijn studie een part-time studentenbestuur en heeft daarom geen tijd voor een bijbaan. Hij wil volgend collegejaar wel een baantje, omdat hij dat echt nodig heeft. Sinds begin van dit jaar krijgt hij maandelijks 250 euro van zijn moeder: “Ik heb dat geld echt nodig om rond te komen.”
Piter merkt heel goed het verschil: “Toen ik net ging studeren had ik echt geld zat. Ik merk nu dat ik met dezelfde uitgaven steeds minder geld heb.” Vooral boodschappen doen noemt hij als pijnpunt: zijn lievelingsbroodje is twintig cent duurder geworden. “Dat is een klein verschil, maar als al je boodschappen twintig cent omhooggaan en je doet elke dag boodschappen, dan tikt dat wel aan.”
Ze proberen alledrie beter op hun centen te letten. Elbrich vertelt dat ze beter haar uitgaven probeert te plannen, maar dat ze eigenlijk nauwelijks nog naar haar saldo durft te kijken: “Ik schrik steeds weer van hoe weinig geld ik overhoud.” Jade is gestopt met sparen. Ze probeerde tien procent van haar loon aan de kant te zetten en niet aan die spaarrekening komen, maar dat kan ze zich nu niet meer veroorloven: “Ik maak zelfs al gebruik van die spaarrekening om de laatste week van de maand door te komen.” Piter kookt vaker meerdere porties voor de rest van de week, zodat hij minder vaak naar de supermarkt hoeft. Ook moet hij zijn lievelingssnack links laten liggen: “Eens in de twee of drie weken kocht ik nog wel eens een droge worst. Vlees is duur, dus ik kocht het al niet vaak, maar nu kan ik dat echt niet meer betalen.”
Piter ziet de inflatie niet alleen als nadelig: “Ik snack nu minder, koop minder drank. Ik leef gezonder, maar wel minder levendig.”
Foto omslag van Pexels