Het is Men’s Fashion Week in Milaan deze week. De mode-industrie laat zich van haar mooiste kant zien op de catwalk. Brits pop- en stijlicoon Harry Styles en Italiaans modehuis Gucci kondigden begin deze week aan dat ze samen een kledinglijn zullen uitbrengen. Hoe zit het eigenlijk met het gevoel voor mode in Groningen? Welmoed portretteert drie mannelijke studenten.
Door Welmoed van den Bergh
Jean-Luca Hoffstedde (20), student Nederlandse taal en cultuur
‘Voor mij is mode een vorm van zelfexpressie. De manier waarop ik me voel, uit zich in hoe ik me kleed. Toen ik tijdens mijn tussenjaar in 2020 in Zuid-Korea was raakte ik geïnspireerd en ben ik meer gaan experimenteren met kleding. Mijn wereldbeeld is daar verbreed, ik kreeg een idee over wat stijl kan doen. Jongeren kleden zich daar een stuk vrijer dan hier.
Het leukste van mode vind ik het mixen en matchen, en bedenken wat goed bij elkaar past. Ik laat me inspireren door Aziatische fashion en academic wear: ik breng de stropdas terug.
Het liefst ga ik naar de kringloop. Het is altijd een geluksmomentje als je daar iets leuks vindt. Het duurzame aspect van kringlopen speelt niet echt mee in mijn hoofd, maar is natuurlijk wel een belangrijke factor.
Mijn favoriete item, dit leren jasje, heb ik gewoon een keer tweedehands gevonden. Ik vind het gaaf dat het best een masculien jasje is met schoudervulling, maar tegelijkertijd feminien omdat het cropped is. [Zie foto]
Over het algemeen vind ik het gevoel voor mode van Nederlandse mannen slecht: het is kleurloos en vormloos. Mannen, stop met skinny jeans dragen, het is niet mooi!’



Dimitri Rhodes (22), masterstudent Journalistiek

‘Toen ik ongeveer achttien was begon ik met werken in de evenementenindustrie in Parijs. Zo kwam ik in aanraking met fashion shows en werd ik me bewust van de modewereld.
Geïnspireerd door de modeontwerper Virgil Abloh, die transparante gympen uitbracht, begon ik met experimenteren. Ik kocht een paar schoenen en een trenchcoat, waar ik delen uithaalde en zelf plastic in naaide.
Mode is een manier om jezelf te uiten. Het bepaalt voor een deel hoe je gedefinieerd wordt in de samenleving. Hoe iemand zich kleedt is immers een van de eerste dingen die je ziet als je ze net ontmoet. Maar het is meer dan dat, denk ik. Je hebt nu natuurlijk de strijd tegen fast fashion, dat is er ook onderdeel van. Naast de esthetische functie krijgt mode ook een meer activistische functie. Ik ben me daar bewust van. Vooral in Parijs merk ik dat sommige van mijn vrienden gericht alleen bij tweedehands winkels shoppen.
Mijn eigen stijl zou ik omschrijven als kleurrijk. Ik besteed behoorlijk wat tijd aan hoe ik voor de dag kom. Als ik ga winkelen doe ik of hele impulsieve aankopen, of ik denk er juist een tijdje over na. Maar soms is het liefde op het eerste gezicht.
Mode is ook een manier om op te vallen, en jezelf uit te drukken. Dat vind ik er leuk aan. Ik krijg best vaak reacties op mijn outfits. Vooral als ik mijn zwart-witte broek met koeienprint aanheb.
Vrouwenmode in Groningen is super kleurrijk. Ik heb nog nooit eerder mensen zoveel verschillende kleuren broeken zien dragen. Maar voor mannen? Gewoon jeans en een poloshirt. Ik zou het niet saai noemen, maar wel vrij standaard.’
Goya Buitenhuis (24), artiest en masterstudent Science Education and Communication
‘Voor mij is mode heel erg verbonden aan muziek. Ik denk op dagelijkse basis niet heel veel na over wat ik aantrek, maar ik vind wel dat als je aan het optreden bent het belangrijk is om iets interessants aan te hebben. Ik ben ook gewoon een standaard white boy dus ik moet wel iets hebben om eruit te springen, haha.
Ik zou niet zeggen dat ik heel veel verstand heb van mode, ik koop gewoon de dingen die ik vet vind. Ik ben heel slecht in kleurencombinaties en draag vaak verschillende patronen door elkaar, dat soort dingen. Maar dat is nu juist een beetje deel van mijn stijl geworden. Als ik ga optreden denk ik iets bewuster na over wat ik aandoe.
Ik heb een lange jas met slangenprint, daar krijg ik altijd reacties op. Ik draag ook wel eens een trui met schaapjes, en op de een of andere manier krijg ik daar ook altijd heel veel opmerkingen over. Dat vind ik soms wel leuk. Die specifieke kledingstukken trek ik alleen als ik zin heb in reacties. Als ik niet wil opvallen, ga ik niet in m’n slangenjas de deur uit.
Ik vind de modesmaak van mannen in Groningen best wel matig. In de stad zie ik niet vaak mensen waarvan ik denk: “Wow, dat is echt vet wat jij aanhebt”. Dat heb ik in grotere steden wel sneller. Het is leuk als je op straat iemand ziet waarvan je denkt: “Wow, dit is echt iets nieuws, iets verrassends”. In Groningen is dat zeldzaam.’
