FrieslandCampina Bedum – van je buren moet je het hebben

Welmoed van den Bergh & Olav Eide

Door een technische storing bij de FrieslandCampina-fabriek in Bedum op 7 juli 2021 is 45 duizend liter koelwater met wei terechtgekomen in het naastgelegen water, het Boterdiep. Dit leidde tot massale vissterfte en tot veel onbegrip bij omwonenden. Mensen vragen zich af hoe dit ‘per ongeluk’ heeft kunnen gebeuren. Wie is verantwoordelijk, en wat zijn langetermijneffecten op het ecosysteem?  

Snoeken, karpers, voorns en palingen drijven dood op het Boterdiep. Het is een zonnige dag in juli, maar de vissen geven een treurige aanblik. De FrieslandCampina-fabriek in Bedum heeft de avond daarvoor 45 duizend liter verontreinigd koelwater geloosd. Een ongeluk, zeggen ze. Sportvissers en Bedummers zijn kwaad. 

Onvrede en onduidelijkheid online

Fast forward naar begin februari, iets meer dan een halfjaar later. Bij de zuivelfabriek staan twee plastic koeien gemoedelijk op het gras. Grijswitte cilinders van het FrieslandCampina-complex stijgen achter hen uit. Bij de ingang staat een drietal medewerkers te roken. Eén van hen is werkzaam als operator en was er bij op de avond van de bewuste lozing. Laconiek: ‘Soms gaan er dingen mis. Het was toch 30 duizend liter? Dat is niks vergeleken met de 2,6 miljoen liter melk die hier elke dag door de fabriek gaat.’

Wat is wei?                                                                                                                                                        Wie kaas maakt, houdt wei over. Het is een lichtzure vloeistof met een geelgroene kleur. Wei bevat belangrijke voedingsstoffen. De wei ondergaat in Bedum een aantal bewerkingen zodat de eiwitten en lactose geschikt zijn voor verwerking in kindervoeding.

Op 12 juli publiceert Sikkom, een nieuwssite gericht op Groningen, een artikel over de lozing. Reacties stroomden binnen via Facebook. Van de 93 reacties die gaan over de lozing bestaat het meeste uit uitingen van woede tegen de FrieslandCampina-fabriek in Bedum. Ook is er veel onbegrip over hoe dit heeft kunnen gebeuren, zoals valt te lezen in de reacties.

Na de lozing van 7 juli hebben het Waterschap Noorderzijlvest en FrieslandCampina Bedum stappen ondernomen om de schade op het ecosysteem beperkt te houden en het vervuilde water af te voeren naar de zee. Het duurde meerdere dagen voordat de situatie onder controle was.

Henry Frieswijk is senior communicatie- en beleidsadviseur van Waterschap Noorderzijlvest. Hij was zijdelings betrokken bij de situatie afgelopen zomer, toen de dode vissen in het Boterdiep dreven na de lozing. ‘Zoiets heeft natuurlijk wel impact, zeker als er toch behoorlijk massale vissterfte optreedt.’ Extra pech, want in dezelfde periode van het ongeluk viel een kleine zuivering van het waterschap bij Wehe den Hoorn uit. ‘Dat heeft niets met elkaar te maken,’ benadrukt Frieswijk.

Tweehonderdtien dagen na de lozing, in februari, staat een groepje fabrieksmedewerkers buiten. Ze zijn net klaar met werken en roken nog even samen een sigaret. Niet allemaal waren ze aan het werk op de avond van 7 juli 2021. ‘Het was niet mijn schuld, ik was er niet’, vertelt een man lachend. Een van de andere medewerkers was toen wel aan het werk. ‘Het was een klep die stuk was, een technische storing zeg maar.’ Volgens hem kon niemand in de fabriek er die avond wat aan doen. Later zegt hij: ‘Ik vind het sowieso dom dat je aan het Boterdiep gaat vissen, dan zit je in de volle wind.’

Jan Willem ter Avest, persvoorlichter bij FrieslandCampina, laat weten dat de lozing inderdaad een onbedoeld incident was, veroorzaakt door een technische storing. De eiwitrijke wei, die in het Boterdiep terecht is gekomen, is een belangrijk restproduct van de bereiding van kaas en wordt gebruikt voor het bereiden van kindervoeding bij de locatie in Bedum. Door de storing is de wei in het dok gestroomd dat naast de fabriek ligt. Via de waterdoorloop naar het Boterdiep is het verontreinigde water het kanaal in gestroomd.

FrieslandCampina in Bedum

In Bedum hangt een weeïge geur van warme melk in de lucht. ‘Ik ben blij dat ik hier niet woon’, zegt Janny Lodewegen, en ze wijst naar de huizen aan de Beatrixlaan, die door slechts een brede weg worden gescheiden van de FrieslandCampina-fabriek. ‘Dan zit je dag en nacht in die lucht, en ik vind het stinken.’ Lodewegen is al twintig jaar inwoner van het dorp en woont een eindje verderop, waar ze geen last heeft van de fabriek. Van de lozing in juli en de daaropvolgende vissterfte heeft zij weinig gemerkt.

Een ouder echtpaar maakt een wandeling langs het Boterdiep en heeft geen negatieve ervaring met de fabriek in het dorp. Een man die aan het Boterdiep woont heeft niks gemerkt van de lozing en zegt geen dode vissen gezien te hebben, terwijl het water dat voorbij zijn woning stroomt het plaats delict was. 

Op het station, gelegen naast de fabriek van FrieslandCampina, staat mevrouw Lakenveld. Voorzichtig uit ze haar zorgen: ‘Ik weet niet hoe goed het is voor ons dat de fabriek hier staat.’ Ze probeert te negeren dat de fabriek er is. Ze heeft er over het algemeen geen last van en is ‘neutraal’, ‘schrijf dat maar op’. Ze woont in een wijk achter de fabriek. Nelly Kort woont tegenover haar en is redelijk positief over FrieslandCampina. In haar achtertuin rijzen de fabriekstorens boven haar uit. ‘De communicatie is altijd goed, als er iets gaat gebeuren dan krijgen we meteen een brief.’ Haar man, Henk Kort, is hobbyvisser en vertelt over het incident waarbij 45 duizend liter verontreinigd koelwater werd geloosd. ‘Vijf ton vis weg, ja da’s wel erg hoor, zulk soort dingen. ‘t Is een ongelukje geweest, dat doen ze niet met opzet. Natuurlijk was het jammer, en worden ze er niet populairder van. Maar, we gaan altijd van het beste uit hier in Groningen hé.’

Dicky Blokland woont aan de Lageweg, een straat gelegen naast de fabriek, en is zeer te spreken over FrieslandCampina. Ze is positief over de communicatie. ‘We hadden een keer geluidsoverlast, toen heeft mijn man gebeld. Toen mocht hij meteen komen kijken en konden ze uitleggen waar het geluid vandaan kwam.’ Ze heeft geen negatieve ervaringen met de fabriek. Lachend: ‘Behalve als het vriest, dan zit er een groot wak in het ijs van het Boterdiep. Dan moeten we een stukje klunen, maar ja. Het vriest toch haast nooit meer.’ Ze vervolgt: ‘Soms voelen we wel eens trillingen, dan weet de fabriek zelf niet waar dat vandaan komt, maar ze doen er wel alles aan om het te verhelpen.’ Ze vertelt over haar overbuurvrouw, die nogal hoogsensitief is. ‘Toen heeft FrieslandCampina een nieuw, beter isolerend dak voor haar huis vergoed.’

Simone Bakker woont ook aan de Lageweg en is ook zeer positief. ‘Ieder jaar rond kerst krijgen we een kerstpakket van FrieslandCampina, met een stuk kaas. Er worden ook wel eens voorlichtingsavonden georganiseerd voor buurtbewoners als er iets staat te gebeuren. In het verleden is er wel eens iets misgegaan met de melkpoedertoren, toen zaten de ramen en onze auto onder het stof. Toen stond er binnen de kortste keren een glazenwasser op de stoep en werd er geregeld dat we onze auto gratis konden laten wassen.’ Bakker besluit: ‘Alle lof voor Campina.’

De wei-lozing van FrieslandCampina was een incident. Normaal gesproken loost het bedrijf alleen koelwater op het naastgelegen Boterdiep. Thomas Huizinga van Hengelsport Vereniging Onderdendam heeft niet het gevoel dat de waterkwaliteit in het naburige dorp lijdt onder activiteiten van de zuivelproducent in Bedum. Wel maakt hij zich zorgen om de visstand in de wateren rondom Bedum door de beruchte wei-lozing in juli.

Wei, een eiwitrijke substantie die vrijkomt bij het persen van kaas, lijkt in het eerste opzicht te onschuldig voor een visgenocide. Zo wordt het product onder andere gebruikt als ingrediënt van Rivella. Maar toch heeft deze stof duizenden dode vissen veroorzaakt. Volgens toxicoloog Karin Ree van de Rijksuniversiteit Groningen ligt het aan een reactie met bacteriën in het water. ‘Het grootste risico zit in de snelle afbraak van de eiwitten in het oppervlaktewater door bacteriën. Hierdoor wordt zuurstof onttrokken aan het water, waardoor vissen sterven aan zuurstofgebrek.’ Ook heeft het moment van de lozing niet meegezeten, omdat in de zomer bacteriën in het water actiever zijn.

De omvang van de vissterfte is volgens haar collega, marinebioloog Karin de Boer, te wijten aan de grootte van de lozing. ‘Het is gewoon een volumevergiftiging’, vertelt De Boer. Zij schetst twee scenario’s die hebben kunnen leiden tot de massale vissterfte. De eerste oorzaak zou een slechte vermenging van de wei met het water in het Boterdiep kunnen zijn. Hierdoor ontstaan er plekken in het water waar geen of weinig zuurstof aanwezig is. Daarnaast benoemt De Boer ook de bacteriële activiteit als boosdoener. ‘Bacteriële afbraak van de stof kan leiden tot enorme biologische activiteit, waardoor er minder zuurstof in het water komt’, aldus De Boer.

Het Waterschap Noorderzijlvest treft in ieder geval geen blaam. Door het beluchten en doorspoelen van het watersysteem zouden volgens Ree de zuurstofgehaltes snel hersteld moeten zijn. Omdat wei geen giftige stof is was er op dat moment ook geen direct gevaar voor de omgeving en zijn de lang termijneffecten voor vissen en zwemmers klein. ‘Ik denk dat het waterschap de juiste maatregelen heeft getroffen’, aldus Ree.

Bekijk hier de reconstructie van de acties die het Waterschap Noorderzijlvest heeft ondernomen

Voor het lozen van grote hoeveelheden wei had FrieslandCampina geen vergunning. Wel zijn er afspraken met het Waterschap voor het lozen van koelwater. ‘Je zou verwachten dat het met allemaal vergunningen geregeld is, dat ligt even iets anders. Voor het lozen van koelwater, vanuit die locatie Bedum, hebben wij een maatwerkbeschikking afgegeven’, aldus Frieswijk. Dat is een op maat gemaakte regeling die de overheid in individuele gevallen kan uitgeven.

Voor lozen van een grote hoeveelheid organisch restproduct zijn dus geen afspraken. De omgevingswet biedt opheldering. Volgens de criteria in de wet valt deze lozing onder een ‘ongewoon vooral’. Uit de wet blijkt dat FrieslandCampina naar behoren heeft gehandeld door op tijd het Waterschap in te lichten en actie te ondernemen om de schadebeperkt te houden, zoals het sluiten van de waterdoorloop tussen de fabriek en het Boterdiep. Daarnaast blijkt dat de verantwoordelijkheid ligt bij het waterschap om met FrieslandCampina in gesprek te gaan om nieuwe vergunningvoorschriften of maatwerkvoorschriften te formuleren die moeten voorkomen dat dit nog een keer gebeurt.

Volgens Frieswijk is het Waterschap momenteel niet in gesprek met FrieslandCampina en onderhoudt ze de al gemaakte afspraken, zoals het monitoren van de waterkwaliteit en visstand door het waterschap aan het Boterdiep. Frieswijk vertelt dat er momenteel een onderzoek naar de vissterfte loopt bij de politie en het openbaar ministerie, ‘maar dat is de normale gang van zaken hoor, bij dit soort grootschalige incidenten’. Het onderzoek richt zich op wie aansprakelijk is: het Waterschap of de fabriek. Zolang het onderzoek loopt kan hij geen verdere uitspraken doen.

Volgens hoogleraar bestuursrecht en duurzaamheid Kars de Graaf is het inderdaad normaal dat er een politieonderzoek loopt. Hij vertelt dat er waarschijnlijk een vergunning is overtreden, wat op zich zelf direct al een strafbaar feit is op grond van de wet economisch delict. Ook kunnen volgens hem sportvissers bij een burgerlijke rechter het bedrijf aansprakelijk stellen voor geleden schade, maar dat is lastig, omdat het ingewikkeld is om de schade te definiëren. ‘Het zijn natuurlijk niet de vissen van de sportvissers. Ik kan me voorstellen dat het plezier om daar te vissen ietwat vergald is, maar ik vind het moeilijk in te schatten hoeveel kans ze hebben om te procederen tegen dat bedrijf.’

FrieslandCampina is inderdaad in gesprek met de sportvissers. Henk Mensinga van Sportvisserij Groningen Drenthe vertelt dat de fabriek met hun om tafel is gegaan om afspraken te maken, en om te bespreken hoe nieuwe lozingen voorkomen kunnen worden. Mensinga vermoedt dat lozingen wel vaker zijn voorgekomen. Er wordt nu gewerkt aan een gezamenlijke verklaring van de fabriek en de vissers, die naar verwachting 1 maart naar buiten zal komen. Daarnaast wordt er gesproken over een compensatie die FrieslandCampina zal betalen aan Sportvisserij Groningen Drenthe. Omdat de gesprekken tussen de sportvissers en de fabriek nog bezig zijn, wil Mensinga verder niet veel kwijt. ‘Er zijn heel veel mensen boos en gefrustreerd geweest, maar we willen vooruitkijken en niet achteruit. Het is niet meer tijd om boos te zijn.’

Geef een reactie