Stigma’s en vooroordelen: de ene tienermoeder is de andere niet

Door: Robin Tijhof & Tess van den Bossche

Aan het tienermoederschap hangen stigma’s. In werkelijkheid is ieder verhaal uniek en blijken veel vooroordelen onterecht. Tienermoeders, hulpverleners, en ervaringsdeskundigen doen hun verhaal.

Het aantal tienermoeders in Nederland hoort bij de laagste in Europa. Dit is mede dankzij goede seksuele voorlichting en de brede beschikbaarheid van anticonceptiemiddelen. Toch blijven er stigma’s en vooroordelen kleven aan het jonge moederschap. Thuis, op school, in de zorg, bij instanties en op straat: tienermoeders lopen tegen een hoop meningen en vooroordelen aan. Zo zouden ze hun opleiding niet afmaken, in de bijstand terecht komen en slechte moeders zijn. Hoe zijn deze stigma’s tot stand gekomen? En hoe ervaren jonge moeders dit zelf? Uit gesprekken met tienermoeders, ervaringsdeskundigen en hulpverleners blijkt: de ene tienermoeder is de andere niet.

Ongewenst zwanger

Amber (21) wordt klaargestoomd om de slagerij waar ze werkt over te nemen, maar als ze op achttienjarige leeftijd ongepland zwanger wordt, blijft een contractverlenging uit. “Mijn baas was vrij gelovig, dus ongehuwd zwanger raken was een ‘no go’ voor hem,” vertelt ze. “Hij heeft het nooit in die woorden gezegd, maar ik ben er vrij zeker van dat mijn zwangerschap van invloed was op zijn beslissing.” Meningen over haar jonge moederschap waren Amber niet vreemd. “Er wordt altijd gedacht dat je een soort ander iemand bent. Je wordt in een hokje geplaatst.” Onterecht, vindt ze zelf. De vooroordelen verdwenen tenslotte toen ze een nieuwe opleiding begon en liet zien: ik kan het wél. “Ik wilde laten zien dat het anders kon. Niet zo van: jij wordt tienermoeder, dus je vergooit je leven.”

“Er wordt altijd gedacht dat je een soort ander iemand bent. Je wordt in een hokje geplaatst.”

Schuine blikken

De reacties die tienermoeders krijgen bestaan vooral uit probleemgerichte opmerkingen, vertelt ervaringsdeskundige Else Hofma. “Er wordt geïmpliceerd dat je met Jan en alleman naar bed gaat, of dat je niet in staat bent een kind op te voeden.’’ Zelf werd ze twintig jaar geleden als tienermoeder geconfronteerd met vragen als: Ken je de vader eigenlijk? Denk je echt dat je dit gaat kunnen? “Je wordt gezien als een jong meisje dat zich in de nesten heeft gewerkt.”

Ilse (22) werd op haar zeventiende moeder en heeft ook te maken gehad met vooroordelen uit haar omgeving. Door sommige mensen uit haar dorp of op school werd ze vies aangekeken of zelfs uitgescholden: “Ze zeiden vooral dat ik een slechte moeder zou zijn.’’

Sociale normen

”Een stigma is een bepaald brandmerk dat iemand kan hebben”, legt Annick van Brouwershaven uit. Als onderzoeker bij het Fiom, dat gespecialiseerd is in ongewenste zwangerschappen, houdt zij zich bezig met stigmatisering. ”Iemand wordt als ‘anders’ bestempeld en daar worden bepaalde stereotypen aan gekoppeld. Bij een tienermoeder kunnen dat generaliserende gedachten zijn zoals: zij zal wel losbandig zijn geweest op seksueel gebied, of, zij zal wel een beetje dom zijn omdat ze niet goed met anticonceptie is omgegaan. Deze stereotypen kunnen leiden tot sociale uitsluiting, of zelfs discriminatie”, vertelt ze.

“We vinden het veel normaler dat een jongen seksueel actief is.” 

”Het zijn sociale normen die bepalen hoe mensen zich op bepaalde momenten of in bepaalde situaties horen te gedragen”, vervolgt van Brouwershaven. ”In de vorige eeuw hadden ongehuwde moeders ook al last van stigma’s en vooroordelen. De sociale norm was destijds: je moet getrouwd zijn voor je seks hebt en dus voor je zwanger wordt. In Nederland hebben we nu nog steeds sociale normen over wanneer een vrouw seksueel actief kan zijn en wanneer zij zwanger mag worden.” Een onbedoelde zwangerschap wordt als verantwoordelijkheid van de vrouw gezien, vertelt ze. Volgens Van Brouwershaven spelen gendernormen hier een grote rol. ”Er wordt aan de vrouw gevraagd: Waarom had je seks? Waarom ben jij zwanger geworden? Waarom heb je geen anticonceptie gebruikt? “We vinden het veel normaler dat een jongen seksueel actief is.” 

Televisieprogramma’s als Teen Mom en Vier handen op één buik kunnen ook een rol spelen bij de stigmatisering van tienerzwangerschappen. Van Brouwershaven: “Enerzijds kunnen dit soort programma’s helpen te laten zien dat het om hele diverse groepen gaat. Ze kunnen laten zien dat er veel meer bij komt kijken. Maar wat je soms ook wel ziet bij tv programma’s is dat ze voor kijkcijferwinst juist die excessen willen laten zien. Mensen neerzetten op een bepaalde manier kan eraan bijdragen dat die vooroordelen bevestigd worden.” Volgens haar is het belangrijk dat kijkers een genuanceerder beeld te zien krijgen, zodat ze er iets van leren in plaats van hun vooroordelen bevestigd zien worden.

Niet zonder risico’s

Het tienermoederschap komt niet zonder risico’s. Er bestaat bijvoorbeeld een verhoogde kans op vroeggeboorte, zo blijkt uit meerdere wetenschappelijke onderzoeken. Ook zijn de omstandigheden waarin een jonge moeder een kind grootbrengt soms lastig: tienerzwangerschappen zijn vaak ongepland en in veel gevallen speelt de vader van het kind geen actieve rol in de opvoeding. Tienermoeders dragen dus op jonge leeftijd een extra grote verantwoordelijkheid. Daarnaast hebben jonge moeders na de geboorte van hun kind een verhoogde kans op mentale problemen in vergelijking met hun leeftijdsgenoten. Ook ervaren jonge moeders soms obstakels bij het nemen van vervolgstappen in het onderwijs, bij het zoeken van een baan, of het vinden van een eigen woning. Volgens hulpverlener Aldine van Schaik van Moviera is vooral die huisvesting een enorm probleem. Er zijn meer woonplekken nodig voor jonge moeders. Ook in de toegankelijkheid van de hulpverlening zit ruimte voor verbetering: “Er zijn te weinig plekken. De vraag is heel groot, het aanbod klein,” aldus Van Schaik.

Situatie is kansbepalend

Met een zogeheten ‘zevenpuntenplan’ probeert de overheid via het onderwijs, campagnes en seksuele voorlichting onbedoelde (tiener)zwangerschappen te voorkomen. De collectieve preventie van de overheid wekt de indruk: tienerzwangerschappen zijn een probleem. Maar dat hoeft niet per definitie zo te zijn, is ook te zien in onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut. Het welzijn van jonge moeders en hun kinderen is namelijk sterk afhankelijk van, onder andere, de aan- of afwezigheid van een veilige thuissituatie. Van Schaik bevestigt dit: “Je situatie als jonge meid is erg bepalend voor de kansen die je hebt. Als je omstandigheden goed zijn, hoeft een zwangerschap geen probleem te zijn voor je toekomst. Als dit niet zo is, wordt het een hele opgave om het te volbrengen.”

X (echte naam bekend bij de redactie) is een jonge moeder van 22 jaar die, zoals ze het zelfs noemt, uit een ‘gebroken gezin’ komt. Haar vader was alcoholist en drugsverslaafd en het huwelijk tussen haar ouders hield geen stand. Vanwege de problemen thuis kwam zij op jonge leeftijd op straat te staan. Ze belandde in Den Haag, waar ze de vader van haar zoontje leerde kennen.  Vanwege haar Hindoestaanse komaf en het feit dat ze niet getrouwd was, werd er in haar omgeving, op haar ouders na, niet positief gereageerd op haar zwangerschap. “Ik heb tot op de dag van vandaag geen felicitatie of wat dan ook gekregen.’’ Het contact met haar familie heeft X inmiddels verbroken: “Zulke negativiteit hoef ik niet in mijn leven.”

“Als je omstandigheden goed zijn, hoeft een zwangerschap geen probleem te zijn voor je toekomst.”

Bente (20) had veel aan de steun van haar familie en omgeving toen ze op haar achttiende zwanger werd en op haar negentiende beviel van haar dochter. “Ze schrokken wel natuurlijk. Maar het [op jonge leeftijd kinderen krijgen, red.] zit wel een beetje in de familie.” Ook haar school hielp haar waar mogelijk. Zo werd er een speciaal programma gemaakt zodat ze haar opleiding met zo min mogelijk vertraging af kon ronden. Haar werkgever had tevens begrip voor de situatie: “Ze hebben nooit moeilijk gedaan over mijn lange afwezigheid. Ik kon daarna gewoon weer terugkomen.”

Ook Anne Alles (25) had een vergelijkbare ervaring toen ze op haar vijftiende beviel van een dochter: “Ik had genoeg aan de hulp van mijn ouders en de omgeving om mij heen.’’ Ook op school ontving ze veel steun. Van medeleerlingen kon ze op bijval rekenen: “De vierdeklassers namen het voor me op als brugklassers vervelende opmerkingen maakten.’’ Daarnaast werd ze intensief begeleid door haar mentor, die een speciaal leerplan voor haar opstelde. 

‘Ik zou het zo weer overdoen’

Ondanks de moeilijkheden waar sommige tienermoeders mee te kampen hebben, geeft bijna tachtig procent aan gelukkig en tevreden te zijn met hun leven, zo blijkt uit recent wetenschappelijk onderzoek van Fiom in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Groningen. Uit de gesprekken die met tienermoeders gevoerd zijn voor dit artikel, rijst eenzelfde soort beeld op. Veel van de jonge moeders erkennen dat het tienermoederschap lastig is, maar kijken er, soms al twee jaar later, positief op terug. “Mijn dochter heeft mij in een verder stadium in het leven gebracht. Ik wilde eerst helemaal niet voor school gaan, en nu doe ik een MBO 4 opleiding verpleegkunde met twee vingers in m’n neus,” beschrijft Amber het leven na de geboorte van haar dochter. “Je wordt versneld volwassen.” Ook voor X is het moederschap een omschakeling in haar leven geweest. Ze heeft zich ingeschreven voor een opleiding en is inmiddels op zoek naar een eigen woning. “Ik heb het gevoel dat het allemaal zo had moeten zijn.” Bente vond het soms jammer dat ze niet met haar vrienden mee op stap kon, maar los daarvan miste ze niet zo heel veel. De steun vanuit haar thuissituatie en haar omgeving waren hierin doorslaggevend. “Ik heb het heel erg getroffen,” vertelt ze. “En ik zou het zo weer overdoen, het is een hele mooie toevoeging aan je leven.’’

Open blik

Achteraf geeft Anne Alles aan bepaalde vooroordelen wel te kunnen begrijpen: “Ik was een kind die een kind opvoedde.’’ Toch is ze het niet eens met het negatieve stigma. “Tienermoeder wordt je niet zomaar, er gaat vaak veel aan vooraf. Veel meiden krijgen niet eens de kans om zichzelf te bewijzen, omdat ze genekt worden door de vele vooroordelen uit hun omgeving.’’

”Er is helemaal geen verschil tussen ‘wij’ en ‘zij’.”

Om het beeld van tienermoeders in positieve zin te veranderen, valt er veel winst te behalen in de educatie en voorlichting over het tienermoederschap, zegt Hofma: “Je moet het referentiekader van het gros van de mensen bijschaven. We hebben een redelijk ouderwetse manier van kijken.” Het moet meer gaan over onderwijzen en bewustwording in plaats van de oplossing zoeken in een anti-stigma. “Anders doe je geweld terug tegen iets wat je tegen wilt gaan.” Van Brouwershaven benadrukt de rol van voorlichting: “Educatie kan ervoor zorgen dat mensen inzien: ‘Hey, zij is helemaal niet anders. Er is helemaal geen verschil tussen ‘wij’ en ‘zij’.’” Ook Van Schaik zegt dat er veel voorlichting nodig is. “Er is een gebrek aan weten hoe sommige mensen leven. Hoe je wiegje heeft gestaan is best wel belangrijk voor je opleiding en de opvoeding die je meekrijgt.”  Ook reflecteert Van Schaik op de rol die hulpverleners spelen bij het begeleiden van tienermoeders die steun vanuit de nabije omgeving missen: “Het vraagt om bepaalde kwaliteiten van hulpverleners om met deze doelgroep te werken. Een open blik is heel belangrijk.”

De volledige namen van de geïnterviewden zijn bekend bij de redactie.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s