Deborah Fidder en Sarah Westphal
“Het begint in Groningen: voor wat echt van waarde is”, zo luidt de titel van het coalitieakkoord dat afgelopen maandag gepresenteerd werd. Het zijn GroenLinks, Partij van de Arbeid, Partij voor de Dieren, SP en ChristenUnie die plaats mogen nemen in de coalitie. D66 moet, in tegenstelling tot vorige jaren, de oppositie in.
Linkser dan links: de Groningse coalitie bevindt zich al jaren aan de linkerkant van het politieke spectrum. Al sinds de jaren zeventig is het bestuur overwegend links, vertelt Dirk Jan Wolfram, historicus en professor aan de Rijksuniversiteit Groningen. Nu, ruim vijftig jaar later, heerst in de stad nog steeds dezelfde politieke trend, zo blijkt uit de nieuwe coalitie.
Klik hier om naar de interactieve infographic te gaan. Deze visualisatie is gemaakt door Welmoed van den Bergh.
Na twee maanden van overleg en discussie is het formateur Mattias Gijsbertsen (GroenLinks) gelukt: afgelopen maandag werd het nieuwe College van de Gemeente Groningen gepresenteerd. Het coalitieakkoord bestaat uit vier punten: “Bestaanszekerheid bieden, Groningen groen en eerlijk laten groeien, gelijke kansen voor alle Groningers creëren en als laatste samen Groningen maken.”

De coalitie wordt nóg linkser dan het was, door het ontbreken van D66. GroenLinks, Partij van de Arbeid, Partij voor de Dieren, SP en ChristenUnie staan de komende vier jaar aan het roer van de gemeente. PvdA en SP komen voor het eerst kijken in de coalitie. Rik van Niejenhuis (raadslid PvdA) is één van de nieuwe wethouders en is blij met de nieuwe formatie: “We varen een andere koers dan de voorgaande jaren. Groningen moet nog socialer en roder worden.”
Van Niejenhuis vertelt dat de focus ligt op een overheid die haar verantwoordelijkheid neemt, groene verstedelijking, armoede, energie, wonen en biodiversiteit. Of dat met deze linkse coalitie bereikt wordt, is volgens D66-fractievoorzitter Tom Rustebiel nog de vraag. De derde grootste partij van de stad vindt de komende vier jaar haar plek in de oppositie. “Wat je nu krijgt is een tweedeling in de samenleving”, vertelt Rustebiel. “Ik denk niet dat het verbindend werkt, als je helemaal aan één kant van het politieke spectrum gaat zitten.”
Rustebiel is dan ook niet helemaal tevreden: “Ik denk dat het risico dreigt dat we de behoefte van de Groninger uit het oog verliezen, als we alleen maar denken vanuit de eigen politieke agenda van de coalitie”, aldus de fractievoorzitter. “Als het gaat om de vrijheid van de Groninger, was het belangrijk geweest als wij mee hadden gedaan. Dan was de Groninger beter tot zijn recht gekomen.”
Daarnaast maakt Rustebiel zich “grote zorgen” over de financiële paragraaf. “De lasten worden niet verhoogd en er wordt geen greep uit de reserves gedaan. Daar zijn we blij mee. Maar in het akkoord staan wel allemaal plannen voor extra dingen: maar hoe ga je dat betalen?”
Met deze “extra dingen” doelt Rustebiel bijvoorbeeld op activiteiten die georganiseerd moeten worden volgens het akkoord, de bouw van een nieuw muziekcentrum in de stad en de opening van meer sportplekken in openbare ruimtes. Alle kosten die dit soort projecten meebrengen, kunnen in 2023 en in 2026 niet volledig worden gedekt. Vooral in 2026 lijkt een probleem te ontstaan: dan dreigt een tekort van bijna zeventien miljoen euro.
Maar tijdens het opstellen van het coalitieakkoord is er wel rekening gehouden met het feit dat enkele bezuinigingen dat jaar niet door zullen gaan. Dan zou er ‘slechts’ een tekort van drieënhalf miljoen euro zijn. Dan verdwijnt het probleem: in het akkoord is in 2026 namelijk rekening gehouden met incidentele kosten, waardoor dat bedrag gedekt zou zijn. “Optimistisch”, noemt Rustebiel dat. Hij geeft aan dat het coalitieakkoord de financiën niet specifiek genoeg toelicht en dat er gaten vallen in het plan.
Eelco Eikenaar (wethouder SP) is het hier niet mee eens. “Ik zou het eigenlijk willen omdraaien,” vertelt hij doelend op de huidige financiële situatie. “Hoe realistisch is het pad waar wij nu op zitten? Kijk naar de inflatie, de huizenmarkt en de energiemarkt: alles is onbetaalbaar geworden. Ik denk dat wij op een punt zijn gekomen dat we ons realiseren dat we zo niet langer door kunnen.”
Volgens Eikenaar is het beleid gebaseerd op een mensbeeld waarin we elkaar nodig hebben, en we het samen moeten doen. Ook Sten Wennink (fractievoorzitter ChristenUnie) vertelt hierover. “We hebben geprobeerd om voor alles en iedereen wat te schrijven in het akkoord en keuzes te maken die Groningen een stap verder helpen.”
Concreet betekent dit dat de nieuwe coalitie zich wil focussen op plannen om mensen (weer) aan het werk te krijgen, het verbeteren van onderwijskwaliteit, een geschikt armoedebeleid, de bouw van huizen en de omgang van de mens met natuur en dier. “Dit hangt allemaal met elkaar samen,” aldus Eikenaar.
Rustebiel deelt dit idee met Eikenaar en Wennink, maar spreekt zich uit tegen de ontbrekende geldmiddelen om dit te bereiken. “Ik had verwacht dat het akkoord daarin veel specifieker zou zijn. Er worden héél veel woorden gebruikt om aan te geven waar het naartoe moet, maar er wordt niet beschreven hoe we dat gaan doen en welke middelen daarvoor nodig zijn.” Eikenaar reageert op het idee dat “linkse mensen alleen maar geld uitgeven”, iets wat hij vroeger vaak hoorde: “Je probeert een samenleving solide te handhaven: fatsoenlijk samen leven, een huis om in te wonen.”
Volgens Eikenaar moet het linkse beleid een voorbeeld worden voor de rest van Nederland. Hij vertelt dat de landelijke overheid vaak wegloopt voor keuzes die voor bepaalde bevolkingsgroepen verkeerd uitpakken. Eikenaar wil dat anders doen in Groningen door de overheid weer verantwoordelijk te maken voor hun keuzes, en als gemeente aanspreekbaar te zijn. “Wij zijn ervan overtuigd dat dit beleid breder in het land voortgezet zou moeten worden. Vandaar ook de titel: Het begint in Groningen.”