Water, zon en polonaises: Optimist on Tour meert aan in Meerstad

De leerlingen van SWS de Meeroevers oefenen met watersporten

Watersport is populair in Nederland, maar toch lijkt de drempel om bij een watersportvereniging te gaan hoog. Daarom organiseert het Watersportverbond het rondreizende evenement Optimist on Tour, waarbij basisschoolleerlingen kennis kunnen maken met zeilen, suppen en kanovaren. Deze week is Meerstad aan de beurt. 

Door Marc Dorenbos en Tess van den Bossche

23 juni. MEERSTAD. Midden in een Vinex-wijk ligt het Woldmeer. Op deze zonovergoten ochtend staat Groep 5A van SWS De Meeroevers te popelen om het water op te gaan. De meesten hebben hun zonnebril en pet al op, sommigen hebben voor de gelegenheid zelfs hun wetsuit uit de kast getrokken. 

De leerlingen doen vandaag mee aan Optimist on Tour, een landelijk rondreizend watersportevenement van het Watersportverbond. Kinderen kunnen hier op een laagdrempelige manier kennismaken met verschillende watersporten. Sinds 2014 trekt Optimist on Tour door heel Nederland om basisschoolleerlingen te laten oefenen met zeilen, kanovaren en suppen. Van april tot september kan iedereen tussen de acht en twaalf jaar een kijkje komen nemen. Vandaag zijn ze in Meerstad. 

Basisschooljuf Linda van Dijken staat om twee minuten voor negen naast het water klaar met haar leerlingen. De komende anderhalf uur zullen de kinderen onder toeziend oog van een vijftal zeilinstructeurs het water op gaan. Ook is er een zogeheten waterlaboratorium opgezet, waar de kinderen proefjes kunnen doen die ze iets leren over water. 

Anna van der Duim is projectleider van Optimist on Tour. Ze legt uit dat het voor kinderen best een drempel kan zijn om lid te worden van een lokale watersportvereniging. Het is niet zo zichtbaar, zegt ze. “Veel kinderen die op een plek wonen die niet aan het water ligt, weten gewoon niet wat er mogelijk is.” Hierom werd Optimist on Tour opgericht. 

Een gedeelte van het Woldmeer is met blauwe boeien afgezet in twee vakken. De kinderen gaan in polonaise richting het water, waar SUP-borden, kano’s en de Optimist zeilboten klaarliggen. Op initiatief van de zeilinstructeurs scanderen de leerlingen “polo-polonaise! Polo-polonaise!”

Na een korte uitleg over de vaartuigen duwen de kinderen zich met zichtbare souplesse van de kant af. Er dobbert een instructeur in een rubberboot rond om alles scherp in de gaten te houden. Langs de kant trekken de kinderen ook bekijks, er zijn meerdere ouders op het evenement afgekomen. Een vader roept vanaf de kade naar zijn zoon in een zeilboot: “Max, het is geen botsauto!”

De Optimist zeilboten op het Woldmeer

Hoofdinstructeur Rixt de Laat (20) houdt de boel ondertussen nauwlettend in de gaten. “Ik ben verantwoordelijk voor alles op het water.” Haar taken variëren vandaag van het bewaken van het tijdsschema tot het zorgen dat iedereen zich goed insmeert. Het wordt naar verwachting dertig graden.

De Laat probeert door middel van leuke ezelsbruggetjes voor de verschillende bootonderdelen en het stellen van vragen de interesse van de kinderen vast te houden. Ze ziet dat kinderen op het water heel snel vooruitgang boeken: “Door dat te benoemen en vast te houden, komen ze eigenlijk altijd met een lach het water af.” 

Na een half uur mogen de zeilers gebruik maken van de kano’s en SUP-borden en andersom. De moeder van een jongen die Hugo heet, vraagt aan de jongen: “Nu wil je thuis zeker ook een kano?” Hugo bevestigt dit vermoeden. Hugo’s moeder zucht: “Dat dacht ik al.”

Na het suppen, kanovaren en zeilen gaan de kinderen in polonaise door naar het waterlaboratorium. Weer wordt ‘polo-polonaise!’ ingezet. Wat begon als een functioneel riedeltje om de achttien kinderen in het gareel te houden, is na een uur op het water uitgemond in een luide ‘mayo-mayonaise’-kreet. 

Voor ze zichzelf in witte labjas en bijbehorende labbril hullen, volgt eerst een korte les in milieubewustzijn. Een zeilinstructeur in labjas, voor de gelegenheid ‘Professor’ gedoopt, wijst naar een grote witte knuffelbeer. De beer is opengesneden en gevuld met plastic troep. 

De kinderen mogen grabbelen en kijken vol verwachting naar het stukje plastic dat één van hen uit de buik van de beer pakt. “Het is een mayonaise-bakje,” zegt de instructeur met lichte walging in zijn stem. Hij vervolgt: “Weten jullie hoe het komt dat deze beer het allemaal opeet?” “Plastic soep,” antwoordt de klas. 

In de zwarte tent die dienst doet als waterlaboratorium staan verschillende proefjes opgesteld. Bastiaan (8) probeert met behulp van de druk van een ballon water uit een fles te persen. Hij vond het kanovaren het leukst, “want dan kan je lekker hard”. Het proefje gaat hem goed af, waarop hij reageert met een triomfantelijke “uhu”.

Juf Linda kijkt met verbazing naar haar achttien leerlingen die zich met net zoveel enthousiasme storten op de proefjes als op de wateractiviteiten. “Ongekend,” noemt ze het. “Ik zie niet één afhaker.” 

De proefjes werpen hun vruchten af. Bij de opdracht ‘boei in de zee’ lukt het Pep (8) en Lily (9) om een golfbal te laten drijven in een beker water door er zout aan toe te voegen. Vol trots daagt het Pep ineens: “Dat is waarom er in zout water dingen drijven en in zoet water niet!”

Volgens projectleider Van der Duim is het belangrijk om kinderen te leren over plastic soep en het bewust omgaan met schoon water. Van der Duim: “We vinden het ook heel belangrijk dat de kinderen naast het plezier op het water ook echt iets leren. We zijn ons er wel van bewust dat kinderen met betrekking tot duurzaamheid en milieu uiteindelijk de toekomst zijn.” 

Na afloop krijgen de kinderen een diploma mee naar huis. En een brief voor de ouders, over waar er in de omgeving nog meer gesupt, gekanoëd of gezeild kan worden. De meesten willen vandaag en aankomend weekend graag nog een keer. Het oefenen met de Optimist is de komende drie dagen nog mogelijk in Meerstad. 

De laatste polonaise wordt ingezet. “Het wordt de beste van allemaal,” roept de instructeur. Nog één keer en zo hard als ze kunnen, zetten de leerlingen in: “Polo-polonaise! Polo-polonaise!”

Geef een reactie