Keti Koti in Groningen: “Het had er eerder moeten zijn”

In de Randstad is 1 juli al langer een speciale dag, maar in Groningen is er dit jaar voor het eerst uitgebreide aandacht voor. In de stad wordt Keti Koti met meer evenementen dan ooit gevierd.  “Ik hoop eigenlijk door die kennisoverdracht en de bewustwording dat men wat minder vreemd tegenover elkaar gaat staan.” 

Door Els de Grefte en Esther Smolders

“Vroeger, thuis (in Paramaribo, red.), gingen we naar het plein, was er muziek en feest en kraampjes. Op school kregen we lekkers uitgedeeld, had je een mooie feestjurk aan, was er muziek en werden er spelletjes georganiseerd. Alles werd door de regering gefinancierd,” vertelt Wynanda Codfried. Op 11 augustus 1996 ruilde Codfried Paramaribo in voor Groningen. Sindsdien ziet Keti Koti er voor haar anders uit.

Op 1 juli wordt met Keti Koti de afschaffing van de slavernij in Suriname herdacht. Keti Koti is Sranan Tongo voor ‘verbroken ketenen’. In steden als Amsterdam en Rotterdam was hier al eerder aandacht voor, maar Groningen bleef achter. Tot dit jaar. De stad bruist van de festivals en tentoonstellingen ter ere van Keti Koti.

De Groninger kan dit jaar niet meer om Keti Koti heen. Overal in de stad hangen posters voor Keti Koti Groningen. Hieronder valt bijvoorbeeld een festival in de Oosterpoort met onder andere theater, muziek en dans. Ook in de Akerk, het Museum aan de A, Forum Groningen, Universiteitsmuseum en Le Petit Théâtre zijn op 1 juli activiteiten georganiseerd ter ere van Keti Koti. Wat zegt deze toegenomen aandacht voor Keti Koti?

Codfried kan door haar gezondheid zelf niet meer tentoonstellingen of festivals bezoeken. Toch is ze blij dat er zoveel wordt georganiseerd voor Keti Koti in Groningen. “Ik vind het jammer dat ik niet meer mee kan doen, maar in gedachten ben ik bij hen.” De aandacht voelt voor haar als erkenning. “Het had er eerder moeten zijn. Sommige mensen weten niet eens wat Keti Koti was, terwijl wij wel met de Nederlandse herdenking meeleven.”

Het vieren van Keti Koti maakt mensen meer bewust van het verleden, denkt Codfried. Toen ze het nog kon, danste ze in traditionele Surinaamse klederdracht in de Nieuwe Kerk om Keti Koti te vieren. Ze merkte dat de geschiedenis van Keti Koti een openbaring was voor sommige mensen. “De Nederlandse mensen die er toen waren, waren blij met de informatie en onder de indruk.” 

De rol van Groningen

“Wie aan slavernij in Nederland denkt, denkt al gauw aan steden als Amsterdam, Rotterdam en Middelburg,” vertelt Roberto Refos, initiatiefnemer van het comité 30 juni 1 juli Groningen. Hij verdiept zich in het slavernijverleden van Groningen. Ook deze stad heeft volgens hem een aandeel gehad in die keerzijde van de Nederlandse geschiedenis.

In Groningen zat bijvoorbeeld een Kamer van de WIC waar verhandelde goederen uit ‘De West’ werden opgeslagen. Dat waren goederen als katoen en tabak, die grotendeels geproduceerd waren door tot slaaf gemaakten. Deze term wordt gebruikt in plaats van ‘slaven’, omdat dit meer recht doet aan de historische context. Vorig jaar diende Refos een burgerinitiatief in bij de gemeente om onderzoek te laten doen naar de rol van de Groninger bestuurders in het slavernijverleden. Dat onderzoek loopt nog. 

Kennistekort

Refos houdt zich al langer bezig met Keti Koti. Hij organiseerde de Groningse Keti Koti Dialoogtafel, een initiatief waarbij Nederlanders met verschillende achtergronden op 1 juli met elkaar het gesprek aangaan. Toen Refos in 2019 op zoek was naar een locatie voor de dialoogtafel op 1 juli, raakte hij in gesprek met het Groninger Museum. Die hadden wel interesse in Keti Koti, maar dan wilden ze het grootser aanpakken. Toen werd het zaadje geplant voor Bitterzoet Erfgoed, een culturele manifestatie over het koloniale verleden van Groningen.

“Ik heb een tekort aan kennis op dat gebied,” zegt Sam Leemeijer. Hij is zich sinds een aantal jaar meer gaan verdiepen in het koloniale verleden van Nederland. Dat deed hij zelf, want in het onderwijs wordt het volgens hem niet meegegeven. “De hele geschiedenis van het kolonialisme wordt een beetje weggemoffeld als zwarte pagina van de westerse wereld. Het wordt nu wel steeds meer toegelaten, maar in mijn jeugd had ik er ook wel meer over willen weten.” 

Leemeijer is hier niet de enige in, ziet Refos. “Als je de gemiddelde Antilliaan, Indonesiër of Surinamer vraagt, weten ze het ook niet. Zij hebben deze geschiedenis ook niet in het onderwijs meegekregen.” 

Het is geen toeval dat er weinig les is over het koloniale verleden, denkt Codfried. “De regering had er geen belang bij om  mensen te vertellen wat de rol van Nederland in de koloniën was.” Op school in Suriname leerde zij alleen positieve dingen over Nederland. Pas later las ze over de negatieve kanten van de Nederlandse tijd. “Sommige oude mensen wilden er heel sporadisch over vertellen, maar meestal wilden ze er niet over praten. Ze moesten dankbaar zijn dat ze vrij waren.” 

Toegenomen aandacht

Kunstenares Hedy Tjiin ziet twee redenen voor de toegenomen aandacht voor Keti Koti. Volgens haar komt vooral de tweede generatie in opstand. “Wij zijn in Nederland geboren, wij zijn Nederlanders met roots ergens anders. Het is ook ons land, dus wij voelen ons vrijer om ons uit te spreken.” Het helpt volgens Tjin ook dat op sociale media allerlei informatie te vinden is. “Nieuws wordt niet meer gefilterd door alleen maar wat je op tv ziet. Ik denk dat de bewustwording groter wordt, omdat meer mensen een stem krijgen.”

Dat deze dag nu ook in Groningen uitgebreid gevierd wordt, maakt Leemeijer blij. “Ik vat het op alsof Nederland door begint te hebben dat Nederland niet alleen maar mensen zijn die volledig Nederlands zijn. Nederland lijkt zich bewuster te worden van het feit dat er feestdagen zijn die andere Nederlanders ook heel belangrijk vinden.” 

Ook Refos is hoopvol. “Het betekent dat we eerder dan ik zelf verwacht had, op de goede weg zijn. De deur is open en instellingen nemen zelf het initiatief.” Refos maakt zich nog wel zorgen over de blinde vlekken. “Ik noem maar wat: ik ben best wel feministisch, al zeg ik het zelf. Maar ik kan nooit in de huid kruipen van een vrouw.” 

Leemeijer viert sinds een paar jaar bewust Keti Koti. Als kind van een witte vader en een Surinaamse moeder is 1 juli voor hem een speciale dag. “5 mei voelt voor mij als mijn witte bevrijdingsdag en 1 juli als mijn zwarte bevrijdingsdag,” vertelt hij. Keti Koti is voor hem belangrijker geworden sinds hij zich is gaan verdiepen in racisme. 

“Ik heb in 2020 tijdens die Black Lives Matter-dingen goed kunnen bonden met mijn moeder over de vervelende ervaringen die zij heeft gehad als zwarte vrouw in Nederland,” vertelt Leemeijer. “Ik ben met haar gaan praten over Keti Koti en hoe cool dat eigenlijk is. De gedachte erachter is: fuck racisme, laat ons autonoom zijn en laten we van de vrijheid genieten. Daar sta ik helemaal achter.”

Vieren of herdenken?

Het Comité 30 juni 1 juli deelt Keti Koti op in twee dagen. Volgens Refos is de herdenking te complex voor één dag. Net als op 4 en 5 mei neemt het Comité één dag om stil te staan bij de gruwelijkheden van het verleden en één dag om stil te staan bij de vrijheid van nu. “Vieren of aandacht aan besteden, want sommigen hebben bij dit onderwerp moeite met het woord vieren.”

Waar andere steden zich met Keti Koti vooral richten op de geschiedenis van Suriname, wil Refos met Comité 30 juni 1 juli Groningen breder naar het Nederlandse slavernijverleden kijken. “Hier in Groningen is het zeker voor het totale slavernijverleden,” vertelt hij. Keti Koti is bij uitstek een feest voor inclusie, vindt Refos.

In het kader van Bitterzoet Erfgoed ontwierp Tjin voor Keti Koti een wandtapijt in de Akerk. Het kleed verbeeld het koloniale verleden van Groningen. Door zowel persoonlijke scènes uit de koloniale tijd als elementen uit de stad nu te laten zien, wil ze laten zien dat het verleden ook nu nog effect heeft op de stad. “Ik hoop dat mensen eerst denken: ‘oh, wat mooi’ en zich dan afvragen: ‘waar kijk ik eigenlijk naar’ en gaan nadenken over het onderwerp.” 

Een nationale vrije dag

De kennis over de betekenis van Keti Koti moet verspreid worden, vindt Leemeijer. Het gaat wat hem betreft de goede kant op, maar: “We gaan er denk ik nooit echt zijn, in ieder geval niet in mijn leven. Maar ik kan wel deel uitmaken van de babysteps er naartoe.”

Tjin verwacht dat binnen nu en vijf jaar Keti Koti in ieder geval serieuzer genomen gaat worden. “Misschien net zoals met kerst: op tv items uitzenden die gaan over dit onderwerp en lessen over dit onderwerp.” 

Leemeijer, Tjin, Refos en Codfried willen allemaal dat Keti Koti een nationale vrije dag wordt, zodat iedereen elkaar kan ontmoeten op deze dag. “Ik hoop eigenlijk door die kennisoverdracht en de bewustwording dat men wat minder vreemd tegenover elkaar gaat staan. Dat is mijn persoonlijke wens.” 

Waar komt de term Keti Koti vandaan?
De naam Keti Koti betekent ‘verbroken ketenen’. Deze term komt van Kwakoe, een standbeeld in Paramaribo ter nagedachtenis van de afschaffing van de slavernij. De naam Kwakoe verwijst naar iemand die op woensdag geboren is en in dit geval naar woensdag 1 juli 1863, de dag waarop de slavernij in Suriname officieel werd afgeschaft. Maar de bevolking zag in het beeld vooral de verbroken ketenen om de polsen. Hierdoor is de term Keti Koti de gangbare term geworden voor de herdenking van 1 juli 1863.

Bron afbeelding: Wikimedia

Geef een reactie